Veelgestelde vragen

Aansluiten bij jongeren

Wat is gezond seksueel gedrag?

We spreken van gezond seksueel gedrag als aan de criteria (toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, passend bij de ontwikkeling, gepast voor de context, zelfrespect) is voldaan. In de normatieve lijst is een overzicht van gezond seksueel gedrag te vinden onder de groene vlag.

Hoe leg ik de criteria gemakkelijk uit in jongerentaal?

Probeer in taal zoveel mogelijk aan te sluiten bij de ander. De criteria kun je als volgt uitleggen:

Toestemming: Je wilt het allebei.
Vrijwilligheid: Niemand moet iets.
Gelijkwaardigheid: Niemand is de baas.
Passend bij de ontwikkeling: Het past bij je leeftijd.
Gepast voor de context: De plek is oké.
Zelfrespect: Je hebt respect voor jezelf.

Hoe kan ik met jongeren in gesprek gaan over de criteria?

Deze richtvragen per criterium helpen om erachter te komen of aan criteria is voldaan. Kijk voor meer richtvragen in de handleiding voor professionals.

Toestemming
Heb je volmondig ‘ja’ gezegd? Waaruit blijkt dit?
Weet je waar je ‘ja’ tegen zegt?
Had je twijfels? Heb je deze geuit? Heeft de ander volmondig ‘ja’ gezegd of had hij/zij twijfels? Heeft de ander dit laten merken?
Heb je gezegd dat het (niet) oké is? Heb je gevraagd of het (niet) oké is?

Vrijwilligheid
Doen jullie dit allebei uit vrije wil?
Was het fijn, leuk, plezierig? Wat was (niet) fijn, (niet) leuk, (niet) plezierig?
Heeft een van jullie een vorm van dwang of druk gebruikt? (bijvoorbeeld manipulatie, duwen, trekken, roepen, wapen)
Heb je het gevoel te kunnen weigeren? Heb je de ander de ruimte gegeven om te weigeren?
Heb je er iets voor gekregen? Wat heb je gekregen: een beloning of extra aandacht?

Gelijkwaardigheid
Is er iemand de baas over de ander wat betreft:
- lichamelijke kracht
- biologische ontwikkeling
- mentale rijpheid
- intelligentie
Is er een verschil in positie, status, populariteit?
Wie had het voor het zeggen in deze situatie? Waar blijkt dat uit?

Passend voor de ontwikkeling
Hoort dit gedrag bij je leeftijd? Wat denk je hier zelf van?
Wat maakt dat je dit doet? Wat wil je ermee bereiken?
Heb je dit andere jongeren ook zien doen?
Wat is je verteld over seks?
Doe jij weleens aan seks? Wat dan?

Gepast voor de context
Was je op een privéplek waar anderen je niet konden zien?
Heb je ervoor gezorgd dat je niet gestoord kon worden? Hoe?
Is dit gedrag voor anderen storend?
Heeft iemand je wel eens verteld wat hier wel en niet mag? Ken je de regels hier?
Is het voor jou mogelijk een privéplek te hebben zodat anderen je niet kunnen zien en horen?

Zelfrespect
Is het psychisch of lichamelijk schadelijk voor jou? Voor de ander?
Wat kan het gevolg zijn voor jou? Heb je hier over nagedacht? Wat kan het gevolg zijn voor de ander?
Heb je het gevoel dat je zelf mag bepalen wat je wilt doen? Heb je de situatie in de hand?
Heb je pijn? Ben je bang?
Ben je ongerust over de gevolgen voor je gezondheid? Voel je je onveilig?

Hoe gebruik ik de tekeningen bij jongeren?

De tekeningen kunnen gebruikt worden:

  • Als zich een actuele situatie voordoet op de groep waar een tekening bij van pas komt.
  • Als educatief materiaal tijdens groepsvoorlichtingen. Van belang is dat de criteria doorlopen worden en besproken worden in de taal van kinderen/jongeren. Het stuurwiel helpt hierbij. De begeleider heeft concrete voorbeelden voor handen om de criteria toe te lichten
  • Individueel: met een kind of jongere kan een tekening erbij gepakt worden als er bijvoorbeeld een vermoeden is dat grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden en dit niet of moeilijk bespreekbaar is. De tekening kan helpen om over eigen ervaringen te vertellen.

N.B. De tekeningen zijn ontwikkeld in samenwerking met groepsleiders en jongeren uit de RJ. Jongeren blijken over het algemeen positief te zijn over de tekeningen. Professionals vinden de tekeningen vaak expliciet. Dat kan voor hen een reden zijn om ze niet te gebruiken. Argumenten om juist de tekeningen te gebruiken kunnen van pas komen, zoals: 'Seksueel gedrag roept vaak veel op. Het is heftig of wordt als heftig ervaren. Door de tekening rustig te houden, kun je er beter naar kijken. Kijk er eens rustig naar en vertel me wat je ziet.' De hulpvragen per criterium helpen het gesprek over de tekening op gang te houden. Verder kun je gebruik maken van de diverse werkvormen voor jongeren die het Vlaggensysteem RJ biedt. Kijk op www.vlaggensysteem.nl voor meer informatie.

Wat kan ik gebruiken als ik met jongeren aan de slag wil met het Vlaggensysteem?

Naast de werkvormen speciaal voor jongeren die je in de train-de-trainersmap kunt vinden zijn er nog een paar goede opties:

  • Het spel Oké?!, hiermee kun je op een interactieve manier met jongeren aan de slag om seksueel (grensoverschrijdend) gedrag bespreekbaar te maken.
  • Het spel ‘Vlaggensysteem op een bordje’, hiermee kun je 1 op 1 in gesprek over seksueel (grensoverschrijdend) gedrag.
  • Lesmethode ‘Be A Man!’, hiermee kun je met laagopgeleide jongeren met een migratieachtergrond aan de slag gaan met het Vlaggensysteem.

Meer weten? Kijk op www.vlaggensysteem.nl.

Poster Vlaggensysteem RJ Web
Download de poster

Omgaan met dilemma's

Aan wie ken je een vlag toe: aan de jongere of het getoonde seksuele gedrag?

Een goede reactie is niet-veroordelend en richt zich op het gedrag van de jongere, en niet op de jongere. De vlaggen zijn bedoeld om seksueel gedrag te beoordelen zodat je hierop adequaat kunt reageren. De inzet is dat:

  • Communicatie gestimuleerd wordt.
  • Empathie gestimuleerd wordt.
  • Verantwoordelijkheid gestimuleerd wordt.

Kan ik het vlaggensysteem wel gebruiken als er sprake is van een andere etniciteit, cultuur of religie?

Je kunt het Vlaggensysteem ook in die situaties goed gebruiken om seksueel gedrag te duiden, te beoordelen en erop te reageren. Etniciteit, cultuur en religie spelen slechts een beperkte rol bij het ondervinden en vertonen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Risicofactoren zitten in aspecten die met culturele achtergrond te maken kunnen hebben, namelijk: strikte leefregels, beperkte kennis, beperkte experimenteerruimte, weinig openheid/moeilijke bespreekbaarheid. Deze risicofactoren neem je mee in de weging van de criteria, net zoals je dat bij situaties doet van kinderen en jongeren die geen andere etniciteit, cultuur of religie hebben.

Wat doe ik als een (professionele) opvoeder andere normen en waarden heeft op het gebied van seksualiteit?

Wees nieuwsgierig naar andere normen en waarden en ga het gesprek aan. Vul niet in hoe normen en waarden op het gebied van seksualiteit in andere culturele en religieuze kaders (dienen te) zijn.

Wees je ervan bewust dat opvoeders hun culturele en religieuze kaders kunnen gebruiken om het gesprek over seksualiteit uit de weg te gaan. Benadruk het gemeenschappelijk doel dat alle professionele opvoeders ongeacht hun normen en waarden hebben: jongeren beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Leg uit dat seksualiteit onderdeel uitmaakt van een gezonde ontwikkeling van jongeren. Uit onderzoek weten we dat jongeren een groter risico lopen op seksueel grensoverschrijdend gedrag als zij weinig kennis over seksualiteit en experimenteerruimte hebben. Het Vlaggensysteem is een tool om in gesprek te gaan over seksualiteit. Het biedt een objectief normatief kader zodat je niet vanuit je onderbuik gevoel of op basis van je eigen ervaringen hoeft te werken.

Mijn collega beoordeelt en reageert op seksueel gedrag vanuit emoties of verontwaardiging. Wat kan ik doen?

Door het werken met jongeren hoor je veel negatieve verhalen over seksualiteit. Als je daar veel mee te maken hebt, krijg je een vervormd beeld van seksuele ontwikkeling van jongeren. Toon hiervoor begrip: emoties kun je soms niet meteen uitschakelen. Maak collega’s hiervan bewust en daag ze uit om uit de emotie te komen door de casus los te zien van de context van de Residentiële Jeugdzorg. Concreet stel je dan de vraag: ‘Als je dit gedrag op school met jongeren zonder specifieke behoeften, zou waarnemen, is het dan nog steeds grensoverschrijdend?’

Werken met casussen

Welke stappen zet ik bij het duiden, beoordelen en reageren met behulp van de tekeningen?

Door de tekeningen op systematische wijze te doorlopen, komen alle stappen aan bod. Dit zijn de stappen.

  1. Wat zie je? (los van de tekst)
    - Let op non-verbale elementen
    - Lees de tekst.
  2. Wie doet wat? Wie beoordelen we? De persoon die het gedrag stelt / initieert wordt beoordeeld.
  3. Past dit in een gezonde seksuele ontwikkeling?  
  4. Criteria stuk voor stuk doorlopen op de volgorde. Laat per criterium beargumenteren. Vermijd discussie.
  5. Score per criterium ( zie tips).
  6. Raadpleeg de normatieve lijst bij het scoren op het criterium leeftijdsadequaat.
  7. Toekennen van de (voorlopige) vlag, dus kleur bepalen.
  8. Check of er sprake is van een ‘let op’- situatie. Zo ja, loop elk criterium opnieuw door.
  9. Toekennen van de definitieve vlag.
  10. Hoe zou je reageren? Letterlijk formuleren, zie ook richtlijnen.

Extra tips:

  1. Vraag door op de criteria. Beargumenteer. Gebruik de hulpvragen.
  2. Niet te lang discussiëren over criteria. Kom je er niet uit, ga dan naar het volgende criterium of plaats het seksuele gedrag in een andere context.
  3. ‘Ik heb te weinig informatie’ is iets wat deelnemers snel zeggen. Wijs erop dat dit in de praktijk ook vaak het geval is. En stimuleer deelnemers om wat ze niet weten om te zetten in wat ze nog moeten vragen, om goed te kunnen duiden en beoordelen.
  4. Scoren kan op verschillende manieren
    - Ja/nee/n.v.t.
    - +,+/-,-,--
    - +OK,+/-OK,-OK,--OK
  5. Je kunt in stap 3 als extra vraag toevoegen: ‘Wat voel je?’ Doel: het benoemen van het achterliggende gevoel dat inzicht geeft in eigen normen en waarden. De ‘voel’- vraag kun je stellen als je een idee hebt dat er sterke waarden en normen een rol spelen die afwijken van het normatieve kader in het Vlaggensysteem. 

Hoe gebruik ik de tekeningen bij (professionele) opvoeders?

Specifiek voor de context en doelgroep van de Residentiële Jeugdzorg zijn 24 tekeningen ontwikkeld die (professionele) opvoeders helpen bij het beoordelen en bespreekbaar maken van seksueel (grensoverschrijdend) gedrag onder en jegens kinderen en jongeren. Elke tekening heeft op de achterzijde een beschrijving: duiding van de situatie aan de hand van de zes criteria en ten aanzien van wat bekend is over adequaat seksueel gedrag, passend bij de leeftijd of ontwikkeling ( zie ook de normatieve lijst); de toegekende vlag en voorbeelden van verschuiving van de vlag naar een andere kleur; en voorbeeldreacties. De hulpvragen per criterium helpen het gesprek over de tekening op gang te houden. Verder kun je gebruik maken van de diverse werkvormen voor jongeren in de train-de-trainersmap en het draaiboek.

Hoe gebruik ik de tekeningen bij jongeren?

De tekeningen kunnen gebruikt worden:

  • Als zich een actuele situatie voordoet op de groep waar een tekening bij van pas komt.
  • Als educatief materiaal tijdens groepsvoorlichtingen. Van belang is dat de criteria doorlopen worden en besproken worden in de taal van kinderen/jongeren. Het stuurwiel helpt hierbij. Hiermee heeft de begeleider concrete voorbeelden voor handen om de criteria toe te lichten.
  • Individueel: met een kind of jongere kan een tekening erbij gepakt worden als er bijvoorbeeld een vermoeden is dat grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden en dit niet of moeilijk bespreekbaar is. De tekening kan helpen om over eigen ervaringen te vertellen.

N.B. De tekeningen zijn ontwikkeld in samenwerking met groepsleiders en jongeren uit de RJ. Jongeren blijken over het algemeen positief te zijn over de tekeningen. Professionals vinden de tekeningen vaak expliciet. Dat kan voor hen een reden zijn om ze niet te gebruiken. Argumenten om juist de tekeningen te gebruiken kunnen van pas komen, zoals: 'Seksueel gedrag roept vaak veel op. Het is heftig of wordt als heftig ervaren. Door de tekening rustig te houden, kun je er beter naar kijken. Kijk er eens rustig naar en vertel me wat je ziet.' De hulpvragen per criterium helpen het gesprek over de tekening op gang te houden. Verder kun je gebruik maken van de diverse werkvormen voor jongeren die het Vlaggensysteem RJ biedt. Kijk op www.vlaggensysteem.nl voor meer informatie.

Hoe gebruik ik eigen casuïstiek?

Het instrumentarium van het Vlaggensysteem is ook goed te gebruiken bij eigen casuïstiek. In de train-de-trainer Vlaggensysteem RJ leer je hoe je dat stapsgewijs doet. Om de methodiek van het Vlaggensysteem goed in je vingers te krijgen is het belangrijk om eerst met de tekeningen aan de slag te gaan.

Een eigen casus wordt gekenmerkt door een opeenvolging van gebeurtenissen, waar verschillende partijen bij betrokken zijn. Hierdoor is een eigen casus niet eenvoudig te herleiden tot een eenduidige te beoordelen situatie van seksueel gedrag.
Het helpt om van de casus verschillende apart te beoordelen situaties te maken, waarbij de criteria stuk voor stuk per situatie doorlopen worden. Het (schetsmatig) tekenen van de situaties maakt ze concreet en tastbaarder en het vergemakkelijkt de beoordeling. Vaak wordt tijdens het ontrafelen van de situatie duidelijk welke informatie ontbreekt en dat informatie is doorgegeven die een suggestief karakter heeft. Opschrijven wat nog onduidelijk is en aan wie om verheldering gevraagd moet worden, maakt onderdeel uit van het proces.  

Werken met het Vlaggensysteem in de Residentiële Jeugdzorg

Wat is specifiek aan het ‘Vlaggensysteem Residentiële Jeugdzorg’?

Bij de doorontwikkeling van het Vlaggensysteem voor de Residentiële Jeugdzorg is rekening gehouden met de specifieke context, waarin kwetsbare jongeren 24 uur per dag met elkaar op een groep wonen, en waar professionals met elkaar een ontwikkelingsgericht en veilig pedagogisch klimaat willen bieden. Om in deze context goed met het Vlaggensysteem te kunnen werken, is een aangepaste training en instrumentarium ontwikkeld.

De tekeningen zijn specifiek voor de Residentiële Jeugdzorg ontwikkeld met situaties die zich kunnen voordoen in deze setting, en die aansluiten bij residentieel geplaatste jongeren. De gedragingen op deze tekeningen zijn beoordeeld met een vlag, en de weging van deze beoordeling staat beschreven op de achterzijde van de tekeningen, net zoals bij het Basis Vlaggensysteem, maar met specifieke aandacht voor de context en de doelgroep. De normatieve lijst is verfijnd en aangevuld, gebaseerd op de laatste inzichten uit onderzoek en praktijk. Daarnaast zijn er richtlijnen voor het adequaat beoordelen en handelen in de Residentiële Jeugdzorg ontwikkeld.

Hoe reageer ik op professionals die zeggen ‘In mijn werk is bescherming tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag belangrijker dan een positieve seksuele ontwikkeling.’

Benadruk het belang van een gezonde seksuele ontwikkeling voor alle jongeren, ook voor jongeren in de Residentiële Jeugdzorg. Geef erkenning voor de spagaat waar professionals in zitten. Aan de ene kant werk je als professional met kwetsbare jongeren die je wilt beschermen tegen nieuwe nare ervaringen, ook op seksueel gebied. Aan de andere kant gun je juist deze kwetsbare jongeren een gezonde seksuele ontwikkeling omdat dat de beste bescherming is tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Hoe geef ik ruimte aan ‘groen’ gedrag dat niet op de groep mag plaatsvinden (context)?

Kun je praktische oplossingen bedenken waar het wél kan, zonder dat het (extra) risico’s met zich meebrengt? Zo niet, dan is het van belang op beleidsniveau te bespreken hoe ‘groen’ gedrag in de context gefaciliteerd of mogelijk gemaakt kan worden en hoe de begeleiding hier vervolgens pedagogisch adequaat op kan reageren. Het is een grote uitdaging voor jeugdzorginstellingen en leefgroepen om ruimte te bieden aan gezond seksueel gedrag, en daarmee bij te dragen aan de seksuele ontwikkeling van jongeren.
Het is voor het bepalen van de pedagogische reactie belangrijk dat de opvoeder op de hoogte is van het beleid en de regels van de afdeling inzake seksualiteit en intimiteit.

Daar waar instellings- en afdelingsregels ‘groen’ gedrag van jongeren beperken of bemoeilijken omwille van andere regels of pedagogische doelen (bijvoorbeeld omdat de privacy van anderen geschaad kan worden, of seksueel gedrag de groepsdynamiek of de individuele behandeling negatief kan beïnvloeden) kan samen met de jongere gezocht worden naar passende individuele oplossingen. Voorbeelden hiervan:

  • Afspraken maken over een adequate locatie. Bijvoorbeeld: op de eigen kamer in plaats van in de bosjes of op de groep; of; vrijen mag (met toestemming) bij moeder thuis (i.p.v. in de bosjes).
  • Afspraken maken over timing. Bijvoorbeeld over tijdstip en duur van kijken naar porno.
  • Afspraken maken over communicatie over het seksuele gedrag. Bijvoorbeeld hoe met groepsgenoten wel/net over het seksuele gedrag gesproken wordt.
  • Afspraken maken over seksueel gedrag op de groep. Bijvoorbeeld: hand vasthouden en kus op de mond mag op de groep, elkaar intiem aanraken en zoenen doe je op je kamer.

Hoe gebruik je de normatieve lijst bij de doelgroepen in de Residentiële Jeugdzorg?

De normatieve lijst van het Vlaggensysteem is gebaseerd op de normale ontwikkeling van jongeren in het algemeen in Vlaanderen en Nederland. De normatieve lijst is ook voor de jongeren in de Residentiële Jeugdzorg uitgangspunt bij het beoordelen van het criterium ‘passend bij de ontwikkeling’ van seksueel gedrag. Ook bij jongeren met een of meerdere problematieken geldt dat sekusueel gedrag volgens dezelfde systematiek en met dezelfde normatieve lijst beoordeeld wordt als bij jongeren zonder een specifieke problematiek.

Het gebruik van de normatieve lijst bij jongeren met een disharmonisch ontwikkelingsprofiel vraagt extra aandacht. Ook bij deze jongeren gebruik je de normatieve lijst bij het duiden van het gedrag. Je kijkt bij het criterium ‘passend bij de ontwikkeling’ naar wat iemand ‘kan’ en ‘aankan’. De onderstaande 4 aspecten bepalen in belangrijke mate het niveau van iemands functioneren.

  • De kalenderleeftijd
    Dit betreft de daadwerkelijke leeftijd van iemand. De kalenderleeftijd is het uitgangspunt bij duiden (correct inschatten) van gedrag.
  • De cognitieve ontwikkelingsleeftijd
    Dit betreft de wijze waarop informatie verwerkt wordt.
  • De sociaal- emotionele ontwikkelingsleeftijd
    Dit heeft betrekking op hoe iemand zich gedraagt tegenover anderen en hoe hij relaties aangaat.
  • Levenservaring
    Hier gaat het om de ervaringen die iemand opdoet in zijn leven.

Alle vier aspecten neem je mee tijdens het duiden van seksueel gedrag. De kalenderleeftijd is en blijft ook bij deze groep het uitgangspunt.

Wanneer bespreek ik seksueel gedrag met ouders?

Ouders zijn medeverantwoordelijk voor het welzijn en de opvoeding van de jongere(n). Voor kinderen en jongeren tot 16 jaar geldt dat je altijd met ouders in gesprek gaat. Net als elk ander gedrag is het belangrijk om ook seksueel gedrag van het kind of de jongere te bespreken met ouders, ongeacht of dit gedrag past binnen de groene, gele, rode of zwarte vlag. Voor ontwikkeling van de jongere is het van belang dat ouders weten of hun kind seksueel gezond of afwijkend gedrag ontwikkelt, zodat ook ouders de opvoeding van en de begeleiding aan hun kind hierop kunnen aanpassen.

Vanaf 16 jaar mogen minderjarigen, die wilsbekwaam zijn, zelf beslissen en hebben ouders geen zelfstandig recht op informatie en inzage. Formeel worden zij dus ook niet gevraagd om toestemming te geven voor behandeling van hun kind. Bij wilsonbekwaamheid dienen de ouders plaatsvervangende toestemming te geven. In de praktijk wordt ouders veelal wel informeel om toestemming gevraagd om de betrokkenheid van ouders in de behandeling te vergroten. Hiermee wordt de samenwerking tussen ouders en de hulpverlening en tussen ouders en de jongere versterkt. Jongeren zijn gebaat bij deze versterking. Door ouders vanaf het begin van de opname c.q. behandeling nauw te betrekken zal het voor jongeren eerder een vanzelfsprekendheid zijn dat ook seksueel gedrag van de jongere met ouders wordt besproken.
Jongeren vanaf 16 jaar mogen echter aangeven dat ze geen toestemming geven om een voorval te bespreken met ouders. Als hulpverlener moet je dan een hele goede reden hebben om het voorval met ouders te bespreken als de jongere het niet wil, in dit geval dat er gevaar dreigt voor de jongere zelf of zijn/haar omgeving.

Bij wilsonbekwaamheid dienen de ouders plaatsvervangend toestemming te geven.

Welk materiaal over seksualiteit kan ik aan ouders geven?

Hieronder een overzicht van brochures en websites voor ouders op het gebied van seksuele opvoeding en instrumenten voor ouders.

Brochures

Websites

  • Uwkindenseks.nl: voor ouders met kinderen 12+; daarop staat ook filmpjes over hoe gesprek te voeren met je kind.
  • Opvoeden.nl: daarop staat al informatie over seksuele ontwikkeling en seksuele opvoeding, maar die gaan we dit jaar updaten (betreft een samenwerkingsverband met Stichting Opvoeden).

Hoe ga ik om met eigen ervaringen met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag?

Eigen ervaringen met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag kunnen ‘aangeraakt’ worden door het werken met het Vlaggensysteem. Dit kan het toepassen van het Vlaggensysteem bemoeilijken omdat de eigen ervaringen de beoordeling van het seksuele gedrag van de jongeren kunnen vertroebelen.

Wat is hieraan te doen?

  • Organiseer (sociale) steun van bijv. collega’s, teamleider, vertrouwenspersoon en aandachtsfunctionaris seksualiteit zowel om inhoudelijk vragen te kunnen beantwoorden als om hulp te krijgen voor professionals die zelf seksueel geweld hebben meegemaakt.
  • Benadruk en organiseer persoonlijk voordeel van de interventie voor de gebruiker door te benoemen dat het Vlaggensysteem Residentiële Jeugdzorg ‘meer houvast geeft bij het inschatten van gedrag, objectiever kunnen kijken, minder eigen oordeel’ en: ‘het kunnen afzetten van geobserveerd gedrag tegen een norm’. Dit kan helpen om de eigen ervaringen te scheiden van de methodiek.
  • Wees alert op weerstand tegen de methodiek die voortkomt uit eigen ervaringen en vertaald wordt naar argumenten om het niet te gebruiken zoals vanwege angst (‘niet in mijn dienst’ of ‘angst voor zwangerschap’ of ‘beschadiging imago van de Residentiële Jeugdzorg door incidenten) en invulling voor de cliënt (‘zij is daar nog niet aan toe’).

Seks onder de 16: mag dat?

Seks met een kind onder de 16 jaar is bij wet verboden. Er zijn echter situaties denkbaar waarin dit wel mogelijk is. Seksueel gedrag tussen jongeren onderling vinden we bijvoorbeeld acceptabel, omdat het bij de seksuele ontwikkeling past. Seks tussen een volwassene van 18 jaar en een minderjarige van 15 jaar is oké, zolang uiteraard voldaan is aan de criteria. De wet heeft voor dit soort gevallen de hoorplicht ingesteld. Dat betekent dat jongeren tussen de 12 en 16 jaar gehoord moeten worden wanneer iemand juridisch bezwaar maakt tegen hun seksuele gedrag. Ze kunnen dan zelf aangeven of de seks gewenst was of niet. Als dat het geval is, zal de rechter in de meeste gevallen niet vervolgen. Bij een groot leeftijdsverschil (vijf jaar of meer), of bij kinderen onder de 12 jaar is er wel sprake van strafbaarheid. Bovendien is het risico op schade bij het kind groot. Meer informatie over strafrechtelijke termen en het juridische kader is te lezen op www.politie.nl.